UW SCHOON VERLANGEN WEKT MIJN LUST Uw schoon verlangen wekt mijn lust tot trekken zoo de vogels doen, totdat ik voor uw venster rust en liedren werp in 't groen. Ik zit te slaan, te slaan, te slaan, zoo hoog dat gij uw vleugel sluit en blozend in het raam komt staan: "God, is de winter uit? Wie denkt er nog aan donkren tijd, aan sneeuw die waaide, sneeuw die viel? Zie, hoe de boomgaard staat verblijd in 't bloeien van uw ziel. 19 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.